Wadlooptocht Hengst - Richel v.v. 12 - 13 april 2012

Tochtverslag Hengst-Richel-Hengst, 12 - 13 april 2012

Op donderdag 12 april, een jaar na onze tocht Texel-Richel v.v. stond nu Hengst-Richel v.v. op het menu. In de ochtend moest nog tot 13.00 uur gewerkt worden. Om 10.30 eerst een verlossend telefoontje van Jan Hot. Hij was in staat ons op Hengst af te zetten. Jan weet vaak pas kort tevoren hoeveel pieren hij moet leveren. Met de Arenicola wordt dit bij hoogwater op de platen gedaan. Met een grote lier wordt een bak door het wad getrokken. De inhoud komt op een lopende band en wordt dan uitgezocht. De pieren worden gehouden, de schelpdieren gaan overboord. Jan vertelde later dat hij in de winter altijd een vaste koppel eidereenden achter de boot had, die de over boord gezette schelpen opaten tot ze amper meer konden vliegen. Zo blijft het voedsel in de kringloop zei Jan en daar heeft hij helemaal gelijk in. Jan stelde verder dat de ingrepen van de vissers volledig ondergeschikt waren aan de natuurlijke processen. De ene keer is er erg veel broedval, de andere keer erg weinig. Soms komt alles tot wasdom en soms ook niets. Vaste patronen kon Jan er niet in ontdekken, maar dat dit grotere invloeden zijn dan het werk van de vissers lijkt mij evident.

Om 14.15 stond ik bij Ben voor de deur. Hij had de pan macaroni al klaar staan. We hadden opnieuw gekozen voor een overnachting zonder tent. Ook al viel dat in Zeist niet voor te stellen, voor de wadden bij Vlieland waren de voorspellingen al dagenlang erg goed. We zouden droog op Richel kunnen overnachten. De wind voorspeld als NW tot W 1-3 en luchtdruk 1002 -1004 zijn niet geweldig, maar wel een blauwe lucht en een lekker voorjaarszonnetje bij temperaturen van 9 naar 2 naar 8. De voorspelde waterstanden waren dermate gunstig dat 10 cm verhoging geen probleem zou vormen. Onderweg bij Hoorn hadden we nog een enorme hagelbui, maar aangekomen bij de boot was het al een stuk milder en was het in het NW zo goed als wolkeloos. Terwijl wij wachtten op de boot aten wij onze bordjes macaroni om met volle glycogeen batterijen te kunnen starten.

Bij Jan was er nog tijd voor een kop koffie. Ellen liet een krant zien met daarin de vondst van Jan bij het pieren steken: een walviswervel! Hij zou de volgende ochtend nog terugkeren met iemand van Ecomare om te zoeken of er nog meer botten te vinden zouden zijn. Met Ben z’n auto reden we gedrieën naar het strandje. De zee was zo goed als glad, het zicht was extreem goed en er waren enkele prachtige wolkenpartijen. Vanaf de kant was Hengst te zien en ook de er liggende zeehonden. We stoven over de spiegelgladde zee en minderden vaart toen we de zeehonden naderden. Jan voer er op enige afstand langs. Ben kon met zijn meegenomen teletoeter fraaie plaatjes schieten. Een kleine honderd meter voorbij de zeehonden werden wij afgezet. Dit leidde tot geen verstoring.

Om 17.10 vertrokken we. Dat was 2.16 voor LW OS: 19.26 bij -96 met voorafgaand +69. Later bleek beide dagen een verhoging van 11 cm bij Harlingen. Lopen over Hengst was een feest. Schitterende luchten en Vlieland leek wel aan te raken zo helder was het. Halverwege de plaat lag nog wat enkeldiep water waar wij noordelijk omheen liepen. Het punt waar we bij onze tocht naar Texel het water in gingen (40 min) lag nu droog. Pas vlak voor de oesters gingen wij na 50 min. kuitdiep water in. Het reliëf was nu goed te zien. Een reeks van drie schelpen/zandbanken vormt de hoge rand met het Jack IJst. Daar tussen niet zichtbaar de snel afstromende geul. Dan iets noordelijker een klein oestereilandje, waar een aftakking van de geul ook weer noordelijk langs loopt en een bekken vormt. Ik ging iets meer dan kniediep door deze aftakking en boog daarna met de oesters om naar het noorden om de hoofdgeul nog iets noordelijker door te steken. Opnieuw ging het door water ruim boven de knieën. Ben liep iets zuidelijker en had het water tot net onder het kruis. Vervolgens was het nog tot 1.05 enkeldiep waarna het droog viel.

Na 1.35 zoals gebruikelijk enkele zeehonden in een bochtje en weer enkeldiep water. Daarna weer droog en voor 2.35 weer enkeldiep. Na 2.35 een iets noordelijker koers dan gepland over een droogvallend ruggetje op naar de bocht op 2.50. Omdat het iets westelijker helmaal droog viel probeerde ik of een buitenbocht lonend was. Dit bleek niet het geval. De droogvallende rug loopt eerst NW en daarna steeds meer W. Stevig doorlopend keerde ik terug naar Ben die door enkeldiep water liep. Het water begon steeds dieper te worden en de wind zwol aan tot N 3. De zon begon onder te gaan, maar er was toch veel meer water dan ik hier verwacht had. Toen wij van Texel naar Richel liepen had het hier helemaal droog gelegen. We liepen dus flink achterstand op ons tijdschema en ik begon toch enigszins ongerust te worden. Flink doorstampen dus. Gelukkig begon ik na 20 minuten meeuwen te zien vliegen en ook leek ik een strookje droogvallend wad aan de horizon te ontwaren. En ja hoor de bank langs de Staart van Schieringhals lag nog droog. Het tempo kon weer omhoog, maar de haast bleek opnieuw (zoals bij Texel-Richel) overbodig. Het Franse Gaatje lag nog volledig droog.

Na 4.19 kon de rugzak af. De wind was nog steeds N3 en het uittrekken van het neopreen, wassen, omkleden en in de slaapzak kruipen betekende flink afkoelen. Om 22.00 lagen wij goed geïnstalleerd in de koele wind. De thermosfles met warme chocolade bewees zijn goede diensten. Het bleef helder en de sterrenhemel was weer indrukwekkend. Dit keer geen last van brulboeien en na een korte nacht was het om 4.00 opstaan. Het koude neopreen aantrekken blijft vervelend, maar eenmaal aan het lijf warmt het snel op.

Om 4.45 vertrokken we. Om ongeveer 2.00 was het vloed geweest. In mijn slaapzak kon ik het merken aan het aanzwellende vogelgeluid. Nu lag al een groot deel van het wad droog. Na een km werd het water enkeldiep en stootten wij op een grote groep Grote sterns. In het NW klonken geluiden van wulpen en baltsende eidereenden. Al snel werd het water kniediep en het Franse Gaatje naderend werd dit even dijbeendiep. De bank daarna langs de Staart van Schieringhals bleef toch nog kniediep onder water staan. Dat viel tegen. De waterstand was al een stuk ongunstiger dan de avond ervoor en de wind was naar NW gegaan. Later bleek het toch om slechts 11 cm verhoging te gaan. Pas na zonsopkomst, na 2 ½ uur lopen begon het droog te vallen. Opnieuw werden we op schitterende luchten getrakteerd. We belandden kortstondig in een modderstukje, maar na de viersprong was alles droog. Ongeveer na vijf uur bereikten we de oesterbank. Dat was ruim 2½ uur na LW Oudeschild. De geulen liepen met grote snelheid vol, maar de route van Wevers bewees zijn waarde. Hoger dan vlak onder de knie kregen we het niet. In twintig minuten passeerden we het geulenstelsel.

We belden Jan en veertig makkelijke minuten later ploften we neer op veilige afstand van de zeehonden. Terwijl we geobserveerd werden door enkele zeehonden wachtten we rustig op Jan. Tijdens de terugtocht voer hij dicht langs de zeehonden die rustig bleven liggen. Na een bakkie bij Jan konden we nog net de boot halen en kon ik in de middag, licht ruikend naar de zee, aanschuiven bij een vergadering.
Nu op naar Hengst –Vlieland, de laatste tocht om het twaalftal vol te maken.

Kees Rodenburg

Bijlage bij W@dgidsenWeb 2.1