Lammert Kwant
Eerdere versie gepubliceerd in: 'Arenicola - 25 jaar wadlopen' - 1993
Op 11 mei 1982 zijn Jaap Oudman en ik er in geslaagd lopend Rottumerplaat te bereiken. Dat is in zoverre iets bijzonders
omdat het nog maar weinig wadlopers eerder ook is gelukt.
Rottumerplaat ligt ten westen van het bekendere eiland Rottumeroog. Het heeft nog maar een korte historie. Het is deels
ontstaan door toedoen van mensen. Omdat de situatie daarvoor gunstig leek, begon Rijkswaterstaat in de jaren 1950 met de
aanleg van een stuifdijk. Deze is nu ca. 4 km lang en 7-8 meter hoog. In de luwte er van is aan de wadkant een kwelder
ontstaan. In juli 1971 brachten Godfried Bomans en Jan Wolkers ieder afzonderlijk en in eenzaamheid een week door op
Rottumerplaat. Het eiland is een belangrijk broedgebied voor o.a. sterns en meeuwen.
Jaap Buwalda (l) en Jan Abrahamse op weg naar Rottumerplaat,
passage van het Boschwad, 5 juli 1959
Kroniek wadlopen
Rottumerplaat is sinds het in de jaren 1950 bij wadlopers in de belangstelling kwam te staan altijd lastig en zelfs een tijd
lang niet lopend bereikbaar geweest. In juli 1959 slaagden Jaap Buwalda e.a. er als eersten in Rottumerplaat te belopen. In
1962 werd de terugtocht voor het eerst gelopen door Derk Schortinghuis c.s.
Begin jaren 1960 ontstond er vanuit het zeegat Lauwers ten zuidwesten van Rottumerplaat een
geul die in oostelijke richting snel langer en dieper werd, het Boschwad. Dit Boschwad maakte na enkele jaren contact met het
zeegat ten oosten van Rottumerplaat (Schild) en werd zo diep je er niet meer lopend door heen kon. In 1964 was Rottumerplaat
onbeloopbaar geworden, Jaap Buwalda en Wim Sikken moesten met een rubberbootje over het Boschwad varen om Rottumerplaat te
bereiken.
De situatie is sindsdien blijven veranderen. De achtereenvolgende lodingskaarten (met daarop
dieptecijfers van de Waddenzee) lieten zien dat er een nieuwe ondiepte aan het ontstaan was in het Schild op de plek waar
deze overging in het Boschwad.
In 1972 slaagden Kees Dijkema c.s. er in, moeizaam en langdurig tot aan de borst door het water
wadend, via deze nieuwe drempel Rottumerplaat te bereiken. Langzaam maar zeker is deze drempel hoger komen te liggen. De
lodingskaart van 1978 gaf nog een niet al te optimistisch beeld. Die van 1980 daarentegen wel. Onder gunstige omstandigheden,
springtij en oostenwind, zou er bij laagwater nog maar één meter water staan in een geul van 60 meter breedte.
Verkenningen
In november 1975 maakten Jaap en ik een eerste verkenning richting Rottumerplaat. We kwamen niet verder dan 6,5 km van de af
te leggen 15 km naar Rottumerplaat. Hoewel we regelmatig de mogelijkheden bespraken naar het eiland te lopen en nu en dan bij
andere liefhebbers informeerden hoe het stond met hun verkenningen en hun kennis van de situatie, kwamen we pas in 1981
serieus in aktie met verkenningen op het wad.
De wadlooproute naar Rottumerplaat, mei 1982
Het is lastig om rondom één laagwater lopend bij het Schild te komen, het terrein daar te verkennen en dan nog weer terug
te lopen naar de wal. Het startpunt van de tocht ligt ten noorden van Uithuizen bij het gemaal
'De Zeemeeuw', dezelfde plek waar ook wordt gestart voor de toeristische oversteek naar Rottumeroog. Na één kilometer volgt
de vaargeul Uithuizer Gaatje, welke 4 uur voor laagwater gepasseerd moet worden. De route is in eerste instantie dezelfde als
die naar Rottumeroog. Na 3 km wordt echter afgedraaid richting Rottumerplaat. Zeven km verderop, dus 10 km vanaf de wal ligt
het Schild. Om dat te verkennen moet in één tij dus 20 km worden afgelegd. Flink doorlopen! Op 18 mei 1981 slaagden we er in
het Schild te bereiken. Helaas was er te weinig tijd de drempel te verkennen, maar het zag er wel veelbelovend uit. De geul
was ca. 50 meter breed en verderop richting Rottumerplaat stond het wad droog.
De zaak werd nog interessanter toen Jaap september 1981 wadlopers
tegenkwam die vertelden op Rottumerplaat te hebben overvloed. Ze hadden zowel de heen- als de terugtocht gelopen.
Rottumerplaat kwam nu boven aan de prioriteitenlijst te staan voor het voorjaar van 1982. De eerste de beste gunstige gelegenheid zouden we moeten aangrijpen het Schild te verkennen.
Op 25 maart 1982 verkenden we de eerste 8 km van het trajekt. Een dag later slaagden we er in het Schild te bereiken. De situatie zag er veelbelovend uit. Als de weg door de Rode Zee strekte zich op de scheiding van Schild en Boschwad de ondiepte uit, praktisch droog staand. Iets verder naar het zuiden lag het diepe en ondoorwaadbare Boschwad, noordelijk het brede en diepe Schild. De drempel bleek omstreeks laagwater nog maar door één geul te worden doorsneden, 15 meter breed en 6 dm diep. Rottumerplaat 'lag voor het oprapen'!
Lammert Kwant (1) en Jaap Oudman tijdens een verkenning.
De tocht
Omdat het te duur was een boot te huren om ons van Rottumerplaat te halen na de tocht, namen we ons voor op Rottumerplaat te gaan overtijen en wel een nacht. We wilden zowel de heen- als de terugtocht bij daglicht te lopen. Omstreeks de langste dag zijn er enkele dagen waarop de hele expeditie, tenminste 16 uren in beslag nemend, op één kalenderdag zou kunnen lukken. Als we een nacht op Rottumerplaat zouden blijven waren er echter veel meer mogelijkheden. 's Avonds heen lopen en de volgende morgen weer terug.
Op 11 mei 1982 waren de weersvooruitzichten zo gunstig dat we aan de tocht konden beginnen.
Stabiel weer, 's nachts mogelijk nachtvorst en enkele mistbanken. Met de mist en de nachtvorst zou het voor Rottumerplaat en
omstreken wel meevallen, dachten we. Eventueel zouden we in geval van dichte mist de volgende dag op het eiland kunnen
blijven en 's avonds bij het volgende laagwater terug kunnen lopen. De aangevraagde vergunning - het eiland is verboden
gebied - was nog niet binnen, maar een bekeuring zouden we graag op de koop toe nemen. Een slaapzak behoorde tot de
uitrusting.
Om 18.15 uur, ongeveer 3 uur voor laagwater in het Schild en 4 uur voor laagwater in het
Uithuizergaatje (de vaargeul in het kustdal) begonnen we aan de tocht. Het was ideaal weer: zonnig, vrij warm,
uitstekend zicht, zwakke NO-wind. Het water stond al vrij laag, in het Uithuizergaatje was het één meter diep. We probeerden
de bovenkleren droog te houden, want die zouden misschien nog van pas kunnen komen de komende nacht. De navigatie was
eenvoudig, aan de hand van mosselbanken, prielen, de kaap op Rottumeroog en het reddingshuisje op Rottumerplaat marcheerden
we langs de inmiddels al vrij bekende route.
Na 1,5 uur lopen bereikten we droogstaande zandplaten en draaiden naar het westen af. Om
20.00 uur waadden we door het Schild, het was opnieuw ca. 60 cm diep en er stond een een sterke stroming. Er
restten nog 5 km naar Rottumerplaat, die we nog nooit eerder
hadden gezien. Volgens de zee- en lodingskaarten hoefden we hier echter geen problemen te verwachten. Twintig minuten later
passeerden we de resten van het Westelijk Schild, tot voor enkele jaren ook een diepe vaargeul. Er volgde een zwaarlopend
mosselveld, waarna we het reddingshuisje van Rottumerplaat pal noord hadden. De laatste kilometers legden we op ons gemak af
en om 21.10 uur zetten we voor het eerst van ons leven voet op Rottumerplaat Goed gevoel!
Verblijf en terugtocht
We hadden inmiddels gezien dat er mensen op het eiland waren. We besloten open kaart te spelen en niet stiekem in de duinen
te gaan overnachten. Het kostte wat moeite iemand te pakken te krijgen, maar tenslotte lukte het. We legden de zaak uit aan
voogd Huizing en aan de bewakers, die even wat zuinig keken, maar ons weldra binnen uitnodigden en koffie inschonken. 't Werd een gezellige avond. Er bleken ongeveer 15 helmplanters op het eiland te verblijven, die door de week aan de stuifdijk werkten. Ze overnachtten in een tamelijk riant onderkomen, met praktisch alle
20e-eeuwse comfort. In het weekend waren alleen de bewakers aanwezig (van mei tot september).
We mochten binnen overnachten. De volgende ochtend begonnen we om 06.30 uur aan de terugtocht.
Boven vanaf het reddingshuisje hadden we het wad al geïnspecteerd, het stond onder Rottumerplaat al droog. We bedankten de
voogd, de kok, de bewakers en de anderen voor de gastvrijheid en begonnen aan de terugtocht. De omstandigheden waren zo
mogelijk nog beter als de avond tevoren. Ondanks het vroege tijdstip was het water in de prielen niet koud.
Reeds een uur na vertrek waadden we door het Schild en bereikten daarmee bekend terrein. We
hadden alle tijd. Van het begin tot het eind van de tocht stond het wad, op de prielen na, droog! Het slikveld voor de
landaanwinningswerken was vermoeiend en om 09.45 uur bereikten we de dijk. Blij met de persoonlijke primeur. Op Griend en Hengst na hebben we nu alle te belopen routes in Nederland gelopen.
|