Nieuwsarchief Wadlopen 2019 - 2021

ZEEBEREN IN DE WADDENZEE


Buistoot = abrupte verhoging van de waterstand op de Noordzee en langs de Nederlandse kust, 21 sept. 1984
Uit Instructieboek Wadloopcentrum Fryslân

vrijdag 26 april 2001

LELYSTAD - Onlangs kwam bij de BasisInfoDesk van het RIKZ de vraag binnen of er voor de Nederlandse kust zeeberen voorkomen en hoe deze worden veroorzaakt.
'Zeebeer' is een oud woord voor een plotselinge en/of onverklaarbare stijging van de waterstand. Een verouderde noemer waaronder twee fenomenen vallen die we tegenwoordig onderscheiden: 'buistoten' en de opzet (verhoging van de waterstand) op een locatie terwijl daar op dat moment weinig wind staat.

Passage koufront
Een buistoot is een plotselinge stijging van de waterstand gedurende een half uur tot enkele uren. Dit verschijnsel treedt op bij de passage van een koufront, ten gevolge van luchtdrukdaling. Buistoten van zo'n 40 cm of meer komen langs onze kust een paar maal per jaar voor. De hoogst bekende uit de vorige eeuw bedroeg ongeveer één meter.
Dit is overigens veel minder dan de opzet die tijdens stormvloeden kan optreden. De opzet wordt dan veroorzaakt door grootschalige windvelden op de Noordzee en duren veel langer dan buistoten, in de orde van een dag. In bepaalde gevallen kunnen die windvelden een verhoging van de waterstand veroorzaken op locaties waar op dat moment weinig wind staat. Aangezien men vroeger geen weet had van stormen op het midden of noorden van de Noordzee, zullen deze verhogingen bij weinig wind als onverklaarbaar zijn beschouwd en tot de zeeberen zijn gerekend.

Het woord zeebeer komt in bovenstaande betekenis tegenwoordig niet meer voor in de woordenboeken. Het Duitse 'Seebaer' daarentegen nog wel.
'Zeebeer' staat nu vooral voor een groep van zeezoogdieren die overigens nog nooit op de Noordzee zijn waargenomen.

Bron: Trendsinwater.nl. Monitoringresultaten van de Nederlandse wateren en vernieuwingen in en rond monitoring. Uitgave Rijkswaterstaat (RIZA en RIKZ), april 2001