W@dgidsenWeb 2.1

U bent in menu 5. Nieuwsarchief

Broodkruimelpad

Home 5. Nieuwsarchief Nieuwsarchief Nieuwsarchief Waddenzee 2000 - 2008 ZEEHONDENPOPULATIE WADDENZEE BIJNA TERUG OP NIVEAU 2002

Nieuwsarchief Wadlopen 2019 - 2021

ZEEHONDENPOPULATIE WADDENZEE BIJNA TERUG OP NIVEAU 2002

donderdag 26 oktober 2006

WAGENINGEN - De zeehondenpopulatie in de Waddenzee is na de virusepidemie van 2002, waarin bijna 50 % van de dieren om het leven kwam, weer bijna op het oude niveau van vlak voor die epidemie. Dit jaar is het aantal exemplaren van de gewone zeehond met 18 % toegenomen. Ook de grijze zeehond doet het goed: de populatie is met 19 % gegroeid. Dit blijkt uit vliegtuigtellingen van het zeeonderzoeksinstituut Wageningen IMARES, dat wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van LNV; ook in Duitsland en Denemarken vindt vergelijkbaar onderzoek plaats.

Gewone zeehond
Jaarlijks wordt de ontwikkeling van de zeehondenpopulatie bijgehouden door middel van tellingen vanuit een vliegtuig. In 2006 bleek uit de tellingen van de gewone zeehond in augustus (wanneer vooral het volwassen segment van de populatie tijdens de verharing op het wad te zien is) dat het herstel na de epidemie van 2002 zich duidelijk voortzet. Het maximum getelde aantal dieren was 4065. Vergeleken met 2005 is dat een groei van ruim 18 %. De verwachting is dat de populatie volgend jaar op het niveau van vlak voor de epidemie zal uitkomen. Dit komt overeen met voorspellingen direct na de epidemie in 2002 van onderzoeker prof. Peter Reijnders, werkzaam vanuit de vestiging Texel.

Een bijzonderheid is dat het maximum aantal getelde jongen in het geboorteseizoen (juni-juli) 850 bedroeg. Dat is iets lager dan in 2005. Intrigerend, omdat de totale populatie opnieuw sterk is toegenomen. Een vrijwel gelijkblijvende productie van jongen kan duiden op veranderingen in de populatie of een niet correcte telling. Er zijn verschillende aanwijzingen dat het geboorteseizoen zeker een week later is begonnen en dat de piek in het aantal jongen tussen twee tellingen in heeft gelegen. Mede gezien de groei van de populatie lijkt het meer waarschijnlijk dat het aantal jongen dit jaar is onderschat dan dat er verandering in de interne dynamica is opgetreden. Tellingen in het komende jaar zullen daarover duidelijkheid verschaffen. Maar ondanks die mogelijke onderschatting is het geboortepercentage (maximum aantal getelde jongen per maximum getelde totaal aantallen) met 21 % goed te noemen.

Grijze zeehond
De grijze zeehond in de Waddenzee zet zijn opmars van de laatste jaren ook in 2006 voort. In het voorjaar werden in de Nederlandse Waddenzee 1786 dieren van deze soort geteld. Dat is een stijging van ruim 19 % vergeleken met 2005. In de kolonies in het westelijk deel van de Waddenzee zijn in het geboorteseizoen december 2005/januari 2006 naar schatting minimaal 250 jongen geboren. Ook in de rest van de Nederlandse Waddenzee worden geregeld hier en daar groepen en individuele grijze zeehonden gezien en er zijn ook enkele jongen geboren. Het lijkt er op dat de grijze zeehond ook in het midden en oostelijke deel van de Waddenzee een vaste 'flipper aan de grond' krijgt.
Immigratie van dieren uit Orkney, Schotland en de oostkust van Engeland is nog steeds de belangrijkste motor achter de sterke groei van de kolonies in de Waddenzee. Recent onderzoek van Wageningen IMARES in opdracht van LNV naar de biologie en verspreiding van de grijze zeehond laat inderdaad zien dat grijze zeehonden uit de Nederlandse Waddenzee grote trektochten ondernemen en daarbij hun hand niet omdraaien voor een bezoekje aan bijvoorbeeld Orkney. Of er wederzijdse uitwisseling is, en in welke mate, zal de komende jaren uit onderzoek blijken.

Bron: www.imares.nl