W@dgidsenWeb 2.1

U bent in menu 5. Nieuwsarchief

Broodkruimelpad

Nieuwsarchief Wadlopen 2000 - 2006

JAPANSE OESTER VERDER IN OPMARS IN WADDENZEE


woensdag 5 juni 2002

De Japanse oester is in de Waddenzee een nieuwkomer en werd 25 jaar geleden voor het eerst aangetroffen. Ze werden geteeld in de Oosterschelde en hebben zich van daaruit verspreid. In de Grevelingen vormt de Japanse oester een bedreiging voor de platte oester. Beide oestersoorten leven van hetzelfde plankton, maar de Japanse kan zich sneller vestigen en de 'platte' verdringen. De Japanse oester is onregelmatig van vorm en kan groter worden dan 10 cm. De oester is winterhard, kan dus strenge winters overleven. Er zijn geen natuurlijke vijanden, de vogels weten met deze exoot geen raad.

Op veel plaatsen Japanse Oesters
Ook in de Waddenzee begint de opmars van de Japanse oester. In de westelijke Waddenzee werd deze soort al wat langer aangetroffen en sinds de zomer van 1998 zijn er ook waarnemingen uit het oostelijke waddengebied. Ze zitten bv. op Ameland langs de strekdam in de Ballumer Bocht, in het zand op het wad ten zuiden van Ballum, op de dijk bij Buren en op de oude dam bij de Kooiplaats.
Verder zijn ze gesignaleerd op een schelpenbank nabij de ton PR 1 op het wad van Engelsmanplaat en ten noorden van Sprutel, ca. 500 m ten oosten van de veerdam van Schiermonnikoog, eveneens op een schelpenbank. Verder op de dijk bij de Eemshaven. De laatste tijd zijn er ook enkele exemplaren gevonden op het wantij van Schiermonnikoog, nl. tussen Schildknoopen en Sprutel en ten noorden van Sprutel.

Ten oosten van Texel zitten plaatselijk zoveel Japanse oesters dat er plannen zijn om ze te gaan exploiteren. De 'oude' Tweede Kamer heeft in april jl. een motie aangenomen waarin de regering wordt gevraagd het wettelijk mogelijk te maken kleinschalig Japanse oesters uit de Waddenzee te halen voor consumptie. De demissionaire regering Kok heeft echter laten weten de motie niet te zullen uitvoeren omdat men bang was dit onvoldoende te kunnen controleren en handhaven.

Situatie in Duitsland
In Sleeswijk-Holstein vormt de Japanse oester een bedreiging voor de mosselteelt. In april 1991 werd een Japanse oester op een mosselbank bij Sylt gevonden. Twee jaar later kwamen op verschillende mosselbanken grote Japanse oesters voor. Sindsdien is het aantal oesters en de dichtheid waarin ze gevonden worden sterk gestegen.

In de Oosterschelde is onderzoek gedaan naar de effecten van de oesters op de voedselvoorraden. Gebleken is dat de Japanse oesters een groot deel van het fytoplankton consumeren. Volgens het Centrum voor Schelpdieronderzoek in Yerseke heeft de aanwezigheid van de oesters dan ook nadelige gevolgen voor andere schelpdiersoorten. Of ditzelfde Centrum ooit verantwoordelijk is geweest voor de opzet van teelt van Japanse oesters in diezelfde Oosterschelde, is me niet helemaal duidelijk.

Gevolgen voor de wadloopsport
Als de Japanse oester zich echt massaal in de Waddenzee gaat vestigen, gaan we als wadlopers misschien zware tijden tegemoet. In de Grevelingen vormt de oester 'torentjes': dicht opeenstaande ophopingen van oesters, waar je tussen weg zakt. De scherpe randen van de oester leiden tot verwondingen aan de benen. En het loopt er beroerd.
Het NIOZ op Texel start binnenkort o.a. via Interwad (www.waddenzee.nl) een inventarisatiecampagne om zoveel mogelijk vindplaatsen van Japanse oesters in kaart te brengen. Wadlopers kunnen daarbij een nuttige bijdrage leveren. Als de campagne start, hoop ik er op terug te komen.

Platte oester
Bewoners van het waddengebied hebben al veel langer ervaring met de platte oester, een soortgenoot van de Japanse oester. Vanuit Texel, Zoutkamp en Schiermonnikoog voeren er 150 jaar geleden zo'n 145 oesterschuiten op het Wad. Na een ziekte in de jaren '60 van de 20e eeuw is de platte oester vrijwel uit de Waddenzee verdwenen.

Lammert Kwant