Historische Zaken en Wadlooptochten
1e terugloop Rottumerplaat, 17 juni 1962
- Gegevens
- Laatst bijgewerkt: 09 januari 2023
- Aantal Pageviews: 8089
Juni 1962
Simonszand, Rottum & Rottumerplaat
Lieuwe Blanksma, 1962
Wilto kreeg van het Secreet Genootschap de uitno-
diging voor deze tocht. Op zijn vraag of ik ook mee mocht
werd hem de vraag gesteld of ik het wadlopers-hart op
de goede plaats had, wat hij kon bevestigen. Dus reden
we zaterdagsmorgens mee in de auto van loper Ate Meijer,
huidarts in Stad en arriveerden tegen elven bij
Noordpolderzijl waar Oom Derk al een hele meute om zich
had verzameld (Ir. v.d. Burgt, Rijswaterstaat Leeuwarden,
Ditzel - gymnastiekleraar, Gijs v Gortel - A'dams student,
Dr. P. Hoeksema - arts te Haren, v. Moerkerken - maker van
de Wadfilm, Dr. P. Schierbeek - kinderarts te Den Haag,
mr. Cees Stapel - directeur van de volkshogeschool Allardsoog
in Bakkeveen, George Wortelboer - manufacturier Stad, IJbema
- gemeentesecretaris van Kollumerland). Dit is o.a. In zo weinig
mogelijk auto's werd er over secundaire & tertiaire wegen naar
Hornhuizen gereden, waar de auto's gestald werden op een
boerenerf.
Het weer was goed, heldere zon, weinig wind, goed
helder zicht. De tocht verliep gunstig. Het eerste deel
tot kniehoog door het water, in de geul vlak onder de kust
reikte het water tot tepelhoogte. Daarna werd het weldra
droger en de grond harder. Ongemerkt bereikten we, braaf
achter oom Derk aanlopend het Simonszand.
Onderweg zo goed als geen vogels.
Simonszand is vanuit de verte niet te zien. Lang-
zamerhand wordt de grond zanderiger en droger.
Aan de zuidkant loopt een diepe smalle geul langs die maar op
een plaats goed te doorwaden is. Op het Simonszand zelf
verdeelde de groep zich weldra in losse figuren die
het strand afstruinden.
In de geul naast Simonszand lag een gechar-
terd schip klaar waar we successievelijk ons heen begaven.
In Noordpolderzijl hadden we er onze bagage in
gedeponeerd.
Via de Lauwers, ZO-Lauwers, Oversteek en Schild
voeren we naar Rottum. In de Oversteek werd de diepte
gepeild met het oog op de tocht van morgen. Hij bleek
zeer ondiep te zijn, wat dus gunstig was voor de terugtocht
van Rottumerplaat naar "de Zeemeeuw". Dat de schipper
echter fout was en we daardoor aan de verkeerde kant van
de prikken peilden, werd toen echter niet opgemerkt.
Via het Schild bereikten we Rottum. Met opkomend
water werd de boot op het strand gezet zodat we overboord
konden. In verspreide groepjes liepen we naar de Voogds-
woning waar we in de schuur onze rommel kwijt konden.
Men at er zijn meegenomen voedsel, hier en daar werden
primussen ontstoken.
's Avonds liepen Wilto en ik het eiland nog rond.
Mensen die daarvoor al langs de vloedlijn waren gelopen.
hadden niets gevonden, zodat er weinig hoop was. Toch vonden
we nog 5 glazen bollen, Wilto drie en ik twee (ik had er
op Simonszand ook al een gevonden). In het duister klom-
men we nog boven op lichtopstand om daar met Gijs van
Gortel een boompje op te zetten. Het zicht was goed zodat we
vele lichten konden zien.
We sliepen in de loods maar 's morgens vroeg was het daar
zo warm dat ik maar in de duinen verder ging
pitten. Wilto en ik namen een bad aan de Noordzee en daarna
was een ieder zo langzamerhand wel ontwaakt zodat we aten.
De boot van Rijkswaterstaat kwam na enkele uren weer
in het Schild aan wal. Via de kolonies van dwergsterntjes
(honderden !) liepen we er heen. We staken het Schild over,
daarbij de platen ontwijkend en landden op de oostpunt
van Rottumerplaat. Een vijftal mensen ging van boord,
de rest via de Noordzee naar de Boschplaat.
Rottumerplaat bestaat uit een plusminus 6 km lange stuif-
dijk. In het oosten staan wat keten van rijswerkers. Halver-
wege was een gat in de stuifdijk geslagen. Aan de Z-zijde van
de duinenrij ontwikkelt zich een fraaie Wad-vegetatie met
grote tapijten flaux maritime (melkkruid). Er waren zelf
badgasten, zonnend in een duinpan.
We liepen naar het reddingshuisje op de Boschplaat.
Van de plaat zelf is nauwelijks wat te zien, gewoon een hard
zandig stuk wad. Het huisje is van het normale type: vier
stevige palen met daarop een vierkant wit houten huis. Tot
onze verbazing was er geen ladder om in het huisje te komen.
Aan de rand van de Lauwers lag de boot weer. We gingen
nog een half uurtje aan boord om koffie te halen en vertrokken
toen met zijn allen op weg naar de kust.
We liepen in ZOelijke richting lange tijd over mooi hard wad. Het
wad in deze omgeving in het hoogste en meest geaccidenteerde
stuk van de gehele Waddenzee. Vroeger lagen hier de eilanden
Corensant en Heffesant. Halverwege de kust loopt er een dwarsgeul
door het wantij. We waren plusminus 1 uur voor laagwater aldaar en
zouden er volgens de berekeningen van de dag tevoren gemakkelijk
door gekund hebben. Maar de berekeningen bleken fout en de geul
was veel dieper. Wilto en ik probeerden er op een gunstig
uitziende plaats door te komen maar voordat het water de
navel had bereikt werden we al door de stroom omgetrokken.
Zelfs Gijs van Gortel kon niet zonder zwemmen de overkant bereiken.
Een driekwartier lang hielden we ons bezig met het
meten van de stroom en het vallen van het water. Toen was de
stroom zover afgenomen dat we de geul konden passeren.
In snel tempo werd de rest van de tocht afgelegd. Ook
hier tot aan de Warffumerlaag hadden we goed hard zand.
Deze geul bezorgde ons nog echter nog wat moeilijkheden, hij was
dieper dan was verwacht. Kwaad kon het niet, want de
RWS-boot lag vlakbij ons in de geul. Toch hadden we geen
half uur later moeten zijn of we hadden moeten zwemmen,
waardoor de tocht mislukt zou zijn ! Na vele malen pro-
beren konden we hem tenslotte oversteken. Ik werd bijna geheel
nat doordat ik struikelde maar me nog net staande kon
houden.
Twee auto-bestuurders liepen naar Noordpolderzijl,
terwijl we koffie kregen van een vriendelijke mevrouw van een
huisje aan de dijk. Ik had het overigens best koud gekregen
in mijn natte kleren.
Eindelijk was de hele groep weer in Noordpolderzijl ver-
zameld. In de gelagkamer van de kroeg aldaar werd een
stevige borrel genoten en nog weer nagepraat over het geheel.
Met de ondergaande zon in de rug reden we huiswaarts. Op
Wilto's kamer aten we ons vol aan patatten, gehaald van
Cafetaria Succes. Het was een goede tocht geweest, mooi weer
en fijn gelopen. Maar het verbaasde me dat oom Derk, die
toch veel lopers-ervaring heeft, niet goed op de hoogte was
van de diepte van de Oversteek en de Warffumerlaag. Er was
m.i. te weinig speling geweest, zodat de aanwezigheid van
de RWS-boot toch wel nuttig was !
Uit het archief van D.H. Schortinghuis :
De datum waarop deze tocht werd gelopen was zondag 17 juni 1962.
Deelnemers: 8 of 9 pers.
- Schortinghuis
- Stapel
- van der Burgt
- Blanksma
- Groenendaal
- Van Gortel
- Tilanus
- IJbema
- en Ditzel ?? (niet zeker).
Dank aan Wilto Schortinghuis