W@dgidsenWeb 2.1

U bent in menu 3-4. Helden en Geschiedenis

Broodkruimelpad

Home 3. Helden Helden Calendaria Historische Wadlooptochten naar AMELAND 1410 - 1929 - update 17 januari 2023

Ongewone Wadlooptochten

Historische Wadlooptochten naar AMELAND 1410 - 1929 - update 17 januari 2023

met een wadlooptocht van Holwerd naar Ameland in 1910, zie onder.

In onderstaande tabel een overzicht.
Door André Staal


1410 tot 1799
 
1410
 
Oversteken naar Ameland met behulp van een rafter werden verboden.
1608 Er werden oversteken van en naar Ameland gemaakt, zelfs met paard en slee.
1621 Vanaf de kust werden oversteken per slee en paard gemaakt.
1621 Een voer hooi werd over het waddenijs van Holwerd naar Ameland getransporteerd.
1684 Er werden in deze winter ijstochten gemaakt, daartoe werd zelfs een route uitgezet over het wad.
1702 In deze jaren waren bij harde en langdurige oostenwind oversteken van en naar Ameland mogelijk.
1740 In deze winter reden dagelijks tot vijftig sleden, sjezen en wagens over het ijs onder Ameland.
1781 Op 20 oktober verdronken twee knechten in De Slenk. Ze waren met twee paarden en een wagen onderweg van Hollum naar Nes. De paarden met de wagen met daarop een jongetje kwamen veilig op het droge.
1784 Vanaf 7 januari werden oversteken over het dichtgevroren wad gemaakt. Bij Nes stonden marktkramen op het ijs. Tot 1 maart kon men op het tij overlopen.
1785 Op 12 maart verdronk op het wad bij De Slenk een Zeeuwse schipper. Hij was lopend uit Nes naar zijn schip bij Het Schorum gegaan en tijdens een sneeuwbui verdwaald. De volgende dag werd hij bij De Slenk gevonden.
1785 Op 7 september verdronken twee jongens uit Nes bij het baden in De Slenk.
1795 Op 26 januari vluchten twee personen voor de Franse bezetter over het ijs naar Ameland om vandaar met een boot naar Engeland te varen.
1795 Op zondag 29 november verdronk de doopsgezinde diaken Sipke Jurjens op de terugweg van de Vermaning te Ballum naar Nes in De Slenk.
1798 Op 29 december kwam na een gevangenschap in Engeland schipper Reinder Cornelis over het ijs uit Friesland thuis. Zijn schip bleef geconfisqueerd achter.
1799 Van 29 december tot in januari was er een gebaande weg over het ijs tussen het eiland en de vaste wal. Op 11 februari verdwaalden twee Franse soldaten tijdens een sneeuwjacht in duinen bij Hollum. Ze werden later dood teruggevonden.
1799 Op de eerste kerstdag werd Jan Rimkes Bloem (gedoopt 1798 te Hollum) gered. In een open schuitje had hij negen dagen in het ijs op het wad vastgezeten. Enige Amelanders schoven met een schuitje over het ijs om hem te redden.

1800 tot 1850
 
1800
 
Op 5 januari liepen enkele Friezen over het ijs naar het eiland. De overloperij zou enige tijd voortduren.
1801 In de winter verdronk de Doopsgezinde leraar Arnoldus Abelsz. Veenema in de Slenk tijdens de reis van Ballum naar Nes.
1803 Van 16 januari tot 22 februari werden dagelijks oversteken over het waddenijs gemaakt.
1808 Op 27 maart kwam klerk Jacobus Meijer met nog twee personen lopend naar Ameland. Een harde oostenwind had de oversteek mogelijk gemaakt.
1809 Op 7 januari zaten veertien personen een etmaal vast op een ijsschots tijdens een oversteek vanaf het eiland.
1814 Op 24 januari kwamen vijf personen over het ijs uit Friesland.
1820 Op 15 januari kwam een groep Amelanders over het ijs van Friesland. Twee van de overlopers waren Willem Hendriks de Boer (1775-1851) en Jan Tjerks Visser.
1820 Over het dichtgevroren wad werden oversteken naar Ameland gemaakt.
1823 Vanaf 3 januari werden oversteken over het waddenijs gemaakt.
1823 Vanaf 10 januari was het ijs sterk genoeg om oversteken met paard en wagen te maken.
1823 Pieter Cornelis Sorgdrager (1795-1844) kwam op 18 januari lopend over het ijs vanaf de vaste wal thuis.
1823 Met paard en slee werden dagelijks vanaf Nes tochten gemaakt naar Holwerd, Dokkum, Leeuwarden, Harlingen en Groningen.
1823 Op 26 januari staken enkelen mannen, onder wie Jan Everhardus van Loon (1795-1829) en Rein Douwes van der Zee (ca. 1796-1847) uit St. Jacobiparochie, met paard slee over van Zwarte Haan naar Hollum.
1823 Op 2 februari staken de heren Groopie over naar Ameland met paard en slee.
1823 Op 5 februari werden nog steeds oversteken over het ijs naar Friesland gemaakt.
1824 Sinds 13 oktober verdronken 128 koeien van Ameland op het wad. Voor de harde wind en zware regen uit waren ze het wad opgelopen.
1826 Op 11 maart liep Cornelis Pieter Sorgdrager (1759-1826) droogvoets door het voorheen druk bevaren Noorder Gat naar de Noorder Rug ten noordwesten van het eiland.
1830 Er waren dagen dat er tot 50 bespannen sleden overgingen naar Ameland over het dicht gevroren wad. Op met twee paarden bespannen boerenwagens namen tot 12 personen mee op oversteken.
1838 Op 12 januari werden de eerste oversteken van Ameland naar Holwerd over het ijs gemaakt. Enkele dagen later trokken grote groepen over het ijs onder Ameland.
1838 Op 22 januari stak men met een ar over naar Ameland.
1838 Vanaf 26 januari staken veel Amelanders en kustbewoners over met o.a. paarden, sleden, sjezen en wagens. Er werd overgestoken met wagens bespannen met twee paarden en met zo’n twaalf personen op de wagen.
1838 Op 5 februari gingen 50 sleden en slepen over het waddenijs onder Ameland.
1840 Op 19 oktober kwam de Hollumer Klaas Gabbes Appelman met een wagen getrokken door twee paarden terug van de burgerlijke stand te Nes i.v.m. zijn voorgenomen huwelijk. Hij verdronk in De Slenk, zijn vijf reisgenoten overleefden het drama.
1842 Tijdens sterke oostenwind staken meerdere personen, onder wie Cornelis Cornelis Colmer (ca. 1800-1852) uit Nes, over naar de vaste wal. Ook later stak Colmer wel over.
1845 Over het dichtgevroren wad was een verbinding tussen Ameland en de kust ontstaan.
1846 Pastoor J. H. M. Westers liep in deze jaren ’s zomers van en naar Ameland.
1848 Op 13 januari staken enkele Amelanders over het waddenijs over naar Holwerd.
1848 Rond 16 januari werden door wandelaars dagelijks tochten over het ijs gemaakt naar de vaste wal.
1848 Op 17 januari bleek nog steeds een jongen zoek die op 13 januari was overgestoken naar de vaste wal. Hij was met post en goederen als bagage in de mist vertrokken.
1850 In deze jaren liepen schippers met oostenwind vanaf Holwerd naar Ameland.
1850 In januari liepen pastoor Westers, Nicolaas van der Werff en de broers Johannes en Cornelis Haverschmidt voor familiebezoek over het ijs naar de vaste wal.
1850 Op 26 januari werd een oversteek naar Ameland het begin van een drie dagen durend avontuur op een ijsschots voor de Amelander pastoor J. H. M. Westers (1811-1881), Nicolaas van der Werff (1832-1888) en de broers Cornelis (1833-1874) en Johannes Haverschmidt. De laatste drie kwamen uit Dokkum en bezochten de zeevaartschool op Ameland.

1851 tot 1899
 
1854
 
Per slee werd in deze winter de post naar Ameland gebracht.
1855 Over het waddenijs werden oversteken per ar naar Ameland gemaakt.
1855 Op 25 januari gingen Amelanders over het ijs naar de vaste wal.
1855 Op 26 januari ging het groepje Amelanders dat op 25 januari was overgestoken terug naar Ameland. Acht zeelieden die van Indië kwamen, gingen mee.
1865 Te voet en per slee werden oversteken naar Ameland gemaakt.
1870 Op 9 februari liepen de volgende personen over het ijs van Ameland naar R. van Dijk in het wachthuisje bij Holwerd: Klaas Rispens van Kollum, Rense Rispens van Ameland, Marten Miedema (1845-1943) van Marrum en landbouwer Johannes Willems de Groot (1846-1937) van Westernijkerk. Diezelfde dag nog liepen de zwagers De Groot en Miedema met Rense Rispens terug.
1870 Enkele dagen na de 11e februari liepen Marten Miedema en Johannes de Groot weer van Ameland naar Holwerd. Deze mannen waren ongeveer 24 jaar oud.
1870 Ene Van der Kooi reed met zijn slee over het dicht gevroren wad.
1871 De post werd per slee naar Ameland overgebracht.
1872 Op 9 juni liepen Jonkheer Mr. Pieter Jan Willem Teding van Berkhout (1821-1895) en ingenieur R. Kielstra als eersten over de dam in aanleg naar Ameland.
1872 Postschipper Evert Cornelis Colmer (1841-1926) liep in een van deze jaren een keer met een kruiwagen vol post over de dam naar Ameland.
1875 Op 3 december van dit jaar liep de postschipper over het ijs naar Ameland.
1879 In gezelschap van ingenieur R. Kielstra liep een tevreden heer van stand, waarschijnlijk een aandeelhouder van de Maatschappij tot Landaanwinning op de Friesche Wadden, ter bezichtiging van de werkzaamheden over de dam van Berkhout naar Ameland.
1880 In deze winter werd veelvuldig naar Ameland gelopen en gesleed.
1880 In deze tijd staken de broers Hendrik (1864-1957) uit Leeuwarden , Bert en Adriaan Burger, beide student te Leiden, lopend via de dam van Berkhout over naar Ameland.
1880 Een dezer jaren stak Klaas de Ruiter (*1860) uit Hollum lopend over via de dam van Berkhout.
1881 Schipper Hendrik Hofker (1858-1929) liep een dezer jaren een keer de dam van Berkhout op en neer.
1886 In deze winter werd de post per slee naar Ameland vervoerd.
1888 De post naar Ameland ging deze winter per slee.
 
  De winter van 1890-1891
Deze winter begon door een Hoog boven centraal Europa al op 19 november. Deze maand leverde al 4 ijsdagen op en december zelfs 18 ijsdagen. De winter hield stand tot 23 januari.
 
1890
 
Op 18 december 1890 liepen de postschippers als eersten over het ijs naar Ameland.
1890 Rond 20 december staken voerman Michiel Klazen Groenewold (1854-1934) en schipper Andries Oekes Metz (1845-1914) per arrenslee over naar Ameland.
1890 Op 25 december staken drie postschippers vanaf Ameland over naar de vaste wal, ze ondervonden wat de oriëntatie betreft veel hinder van een enorme sneeuwbui. Met lange lijnen hadden ze zich met elkaar tegen afdwalen verbonden.
1891 Op 1 januari maakten de volgende echtparen met arren een oversteek naar Holwerd: burgemeester Jan Wigbold baron van Heeckeren (1857-1904) met Clara Anna Kapteijn (1863-1941), hoofd der school Fedde le Fèbre (1851-1898) met Cornelia Posthumus (1864-1944) en de laatste tijdelijke geneesheer met zijn echtgenote. Ze vertrokken om 10 uur uit Nes en waren om 12 uur in Holwerd. ’s Middags waren ze om 4 uur weer terug in Nes.
1891 Op 1 januari werd een hardrijderij met arren gehouden op het ijs van de Waddenzee te Holwerd.
1891 Op 3 januari werd een oversteek gemaakt met een met vier paarden bespannen slee met als passagiers drie dames en twee heren uit Leeuwarden; onder wie Abe Siderius en Hermien Schaap.
1891 Op 3 januari maakten 160 wandelaars de oversteek over het ijs naar het eiland.
1891 Op 4 januari keerde de groep Leeuwarders van 3 januari met hun vierspan terug naar de vaste wal.
1891 Op 8 januari reisden 30 personen, onder wie J. F. Sonnema uit Dokkum, met negen arren naar Ameland. De menners waren: J. K. Sinnema, D. Glas, I. Bierma, T. Heeringa, A. de Groot, I. Jensma, P. Hibma en wed. K. de Kuur uit Holwerd en B. Hannema (1848-1910) uit Hantum.
1891 Op 8 januari reisde voor de groep met de negen arren uit vrachtrijder Wagenaar met vrouw en kinderen per hondenkar naar Ameland.
1891 Op 10 januari reed een gezelschap van negen personen uit Leeuwarden met sleden over het zeeijs naar Ameland. Het gezelschap bestond uit het echtpaar Andries Meinderts Siderius (1868-1939) en Adriaantje Wybes Kramer (1870-1935), het echtpaar H. Schaap en het echtpaar Sybren de Hoo Fzn.(*1844) en Tietje de Jongh (ca 1844-1913), Jurjen van der Ploeg, Sj. Popma en J. W. Kroon.
1891 Op 11 januari liepen zo’n 200 mensen via een met takken en stro aangegeven pad naar Ameland. De route liep zoveel mogelijk langs de resten van de dam van Berkhout. Het vroor die dag 18 graden en het was erg mistig.
1891 Op 11 januari reden Hindrik Luurs (ca 1853-1932) en H. Krol uit Leeuwarden per ar over het ijs naar en van Ameland.
1891 Op 12 januari keerde het gezelschap dat op 10 januari op Ameland aankwam terug.
1891 In januari werd een oversteek naar en vanaf Ameland gehouden met 20 arren.
1891 Tot 20 januari werd de post van en naar Ameland over het ijs vervoerd door de postschippers Klaas Colmer (*1844) en Sybrand Toren (1861-1949).
1892 Met paard en wagen gingen passagiers van Holwerd naar Ameland.
1894 Op 15 januari werd de post per ijsvlet van Ameland naar Holwerd gebracht.
1894 Op 16 januari brachten de postschippers in dichte mist post, gist en ongeveer tien personen naar de vaste wal.
1895 Op 15 februari staken de postschippers na negen dagen per ijsboot over naar Ameland.
1897 Een Utrechtse geoloog maakte in augustus een tocht over en langs de zwaar beschadigde dam van Berkhout.

1900 tot 1927
 
1900
 
Op 3 januari bracht schipper Tj. Visser uit Wierum korporaal Jacob van der Laag (1881–1974) met een aantal Amelanders naar de resten van de oude verbindingsdam. Over en langs deze dam en deels over het ijs en door het water bereikten ze Ameland. Veldwachter Seije Scheltes Scheltema (1844-1923) was hen over het ijs vanaf het eiland tegemoet gelopen.
1901 Op 8 januari liep een groep in vier uur van Ameland naar de vaste wal om post over te brengen. Deelnemers waren: Schipper Cornelis Evert Colmer (1871- 1960), schippersknecht Berend, inspecteur der belastingen Veldhorst, een onderwijzer en de surnumerair. De knecht of de schipper zakte drie keer door het ijs.
1901 Op 13 januari liepen de postschippers van Ameland naar de vaste wal.
1901 Op 21 januari werd een arrensledenwedstrijd gehouden op het wad bij Holwerd.
1906 Edmund Janssen (1886-1957), priester in opleiding uit Kevelaar, liep over naar Ameland. Hij had over de dam van Berkhout willen lopen. Op de Kooiplaats werd hij door Paulus P. Brouwer (1884-1972) en Antje Brouwer-Boelens (1887-1956) opgevangen.
 
  De winter van 1906-1907
Op 4 januari kon de postboot vanwege ijsgang niet varen. Op 21 januari volgde weer een koude inval. Drie dagen later kon de postboot niet meer varen. Op 13 februari was er op Ameland gebrek aan petroleum. Veeloversteken heb ik niet kunnen achterhalen.
 
1907
 
Op 24 januari liepen zes zeelieden in drieëneenhalf uur over het ijs naar Ameland.
1908 Op 15 januari zakten de vierentwintigjarige Aagje Brouwer (1883-1908) uit Hollum en de achttienjarige Jacob Pierik uit Amsterdam tijdens het schaatsen bij Marken door het ijs en verdronken.
1908 Op 31 december liepen acht passagiers een barre tocht naar Ameland. Ze zakten vaak door het ijs.
1908 Op 31 december zakte de postschipper net onderweg naar Ameland door het ijs, hij ging dadelijk terug.
1909 Op 2 januari liepen 5 personen over het ijs naar Ameland.
1909 Op 5 januari liep de postschipper met nog enkele personen naar Ameland om de nieuwjaarspost over te brengen.
1910 De jonge Duitse theologiestudent Edmund Janssen (1886) heeft een atlas. Op de een of andere manier valt zijn oog op Ameland. Hij wil er naar toe en dat lijkt ook te kunnen, want Ameland is op die kaart via een dam met de vastewal verbonden. De atlas moet oud zijn, want de dam is al in 1882 bijna helemaal verdwenen. Maar dat weet de jonge Edmund niet als hij in de zomer van 1910 een voetreis maakt vanuit zijn woonplaats Kleef.
Eenmaal op de pier bij Holwerd aangekomen merkt hij tot zijn verbazing dat de dam weg is. Maar Edmund is niet voor één gat te vangen en onderneemt bij laagwater de wadlooptocht naar Ameland, zonder gids. Het bezoek aan Ameland wordt de eerste van tientallen. In de jaren daarna ontwikkelt zich een vriendschap tussen Janssen en de Amelander bevolking.
Meer info
1911 Op 14 april staken Tjeerd Dirks Metz (1896-1973) en Jitze J. Posthumus, zoon van kantoorhouder en brievengaarder J. Posthumus (1868-1940), over naar Holwerd omdat de boten vanwege een extreme verlaging door oostenwind niet voeren. Ze werden begeleid door Teunis Sipkes Kiewied (1890-1934) van de Kooiplaats.
1911 Op 15 april liep Teunis Sipkes Kiewied terug naar Ameland.
 
  De winter van 1911-1912
Op 17 januari raakte het veer gestremd. Op 31 januari zette de dooi met regen en sneeuw in. Op 11 februari voer de postboot weer.
 
1912
 
Op 16 januari mislukte een oversteek over het waddenijs vanaf Ameland naar de vaste wal.
 
  De winter van 1916-1917
De eerste helft van de januarimaand had het ’s nachts wat gevroren maar overdag dooide het. In de tweede helft van januari begon het steng te vriezen en de winter hield stand tot 24 februari; met een zuidelijke wind trad toen de dooi in. Van 18 tot 28 januari was de veerdienst gestremd; eerst door de oostenwind later door het ijs. Op het wad zaten meerdere schepen vast in het ijs. Op Ameland ontstond gebrek aan zout, zeep en petroleum. Deze winter was goed voor 58 vorst-, 19 ijsdagen en 13 zeer koude dagen.
 
1917
 
Militair D. de Jong stak over het dichtgevroren wad over naar Ameland.
1917 Op 21 januari liepen de volgende Amelander zeelieden en militairen naar hun eiland: P. Molenaar, T. H. Oud, G. J. Postma, J. de Ridder, A. Vink, P. Visser, W.J. IJnsen, J.J. IJnsen, K.J. IJnsen, G. de Jong, K. de Vries, L. Kanger, Jacob Bleeker en P. de Jong.

Door het slechte ijs werd het een barre tocht en sergeant Jacob Bleeker (1892-1917) kwam daardoor om het leven De groep was door de postschipper Cornelis Evert Colmer naar de eerste geul gebracht.
Meer info.

 
De tocht van Jacob Bleeker cs. naar Ameland
 
 
  De winter van 1918-1919
Behalve dat er op 3 februari te Nes een hardrijderij was, heb ik geen informatie uit deze winter voor dit Calendarium gevonden. Op Schiermonnikoog werd gebruik gemaakt van de ijsvlet.
 
 
  De winter van 1921-1922
Van eind november tot 5 december vroor het. Na de jaarwisseling zette de winter weer in en hield stand tot midden februari. Zo voer de postboot in elk geval niet tussen 6 en 10 februari.
 
1922
 
Per ijsschuit werd in deze winter de post naar Ameland getransporteerd.

1928 - 1929

  De winter van 1928-1929
De maand januari gaf wat kwakkelweer; overdag dooi en ’s nachts nachtvorst. Op 10 februari kwam met een sterke oostenwind een koude inval en twee dagen later werd al de Elfstedentocht verreden. Vanwege het gestremde scheepvaartverkeer ontstond er een groot gebrek aan brandstof. De Coöperatieve Vereniging tot Exploitatie van een Stoomdorschmachine stelde haar voorraad ter beschikking. Deze winter leverde 85 vorst- en 25 ijsdagen op. Daarnaast staan 16 dagen te boek als zeer koud.
 
1929
 
Op 11 februari mislukten pogingen om over te steken.
1929 Eén van de eerste oversteken over het ijs vanaf de Zinkesloot naar de vaste wal werd gemaakt door een groep met dominee D. van Dijk (1894-1976) van Hollum op Ameland.
1929 Op 15 februari maakten 22 personen de oversteek naar Ameland over het ijs.
1929 Op 16 februari stak schipper Hendrik Sijbrand Hofker (1896-1981) met enkele jonge mannen over van Holwerd naar Ameland.
1929 Op 16 februari stak schipper Hendrik Hofker (1858-1929) het bevroren wad in om zijn zoon Hendrik Sijbrand af te halen. Ze ontmoetten elkaar halverwege.
1929 Op 16 februari zette Tjeerd S. Kiewied van de Kooiplaats met enkele mannen, op verzoek van het Gemeentebestuur, met takken een route uit over het ijs onder Ameland naar de vaste wal.
1929 Op 17 februari maakten schipper Hendrik Sybrand Hofker als gids met G. J. Scheltema (1895-1973) een verkenning per ar voor een oversteek over het ijs naar Holwerd. Op de terugreis namen ze een passagier uit De Klok mee.
1929 Op 17 februari staken enkele jongens uit Holwerd per fiets over naar Ameland.
1929 Op 17 februari liepen drie Amelanders vice versa.
1929 Op 18 februari maakten de volgende personen met acht arren de oversteek naar Holwerd: als menners Hendrik Wagenaar, H. de Boer, kruidenier Theodorus de Haan (1888-1943) met echtgenote Simkje de Haan-De Jong (1888-1966) met hun zoon Theo (1912-1973), Eeltje Hofker (1896-1959) met zijn vrouw Hiltje Hofker-Scheltema (1898-1952), bakensteker Oeke Metz (1886-1953), Gabe Jan Scheltema (1895-1973) met zijn vrouw Affien Scheltema-Gransbergen (1899-1964), schipper Heere J. Scheltema (1905-1966), Seije Seijes Scheltema (1881-1945) en Frederika (Riek) van der Veen-Scheltema (1899-1988).
De volgende passagiers gingen mee: Mej. Jacoba Hofker (+1994), onderwijzeres J. Jansen, S. Hofker-De Jong (1906-1996), Mej. Jacoba Hofker (1909-1940), opzichter van Waterstaat K. Gouma met zijn echtgenote, hoofd der school J. Bakker, directeur van de zuivelfabriek te Buren T. P. Boelens, E. Wiebenga, B. Boelens en Wijbe Bosma (1878-1966). Ook vader en zoon Hendrik Hofker en Hendrik Sijbrand Hofker, schippers, gingen mee.
Als passagiere ging ook mej. Augusta (Gusta) Margaretha Kienstra (1913-1970) mee voor een ziekenhuisopname in Leeuwarden.
1929 Op 18 februari ging S. Scheltema ‘s avonds nog terug naar Ameland met zijn ingeslagen boodschappen. Helaas zakte zijn paard door het ijs en daarbij verspeelde hij een zak suiker en een zak zout.
1929 Op 18 februari werd boter van de zuivelfabriek te Buren per slee naar de vaste wal getransporteerd.
1929 Op 18 februari staken vier Amelander zeelieden over vanaf Holwerd.
1929 Op 18 februari mislukten oversteken per auto. Bij een proefrit vanaf de vaste wal met een vrachtauto en H. Bierma van Holwerd met zijn personenauto zakte de personenauto door het ijs. Vanaf de wal kwam een vrachtwagen met materialen om de wagen van Bierma weer op het ijs te krijgen. Daarna ging het terug naar Holwerd.
1929 Op 18 februari haalden Amelanders met handsleden winkelwaren van de overkant.
1929 Op 18 februari werd de post vanaf Holwerd tot halverwege gebracht en daar overgenomen door de Amelander postman voor verder vervoer.
1929 Op 18 februari maakten ongeveer 80 mensen de oversteek naar Holwerd.
1929 Op 19 februari ging de groep van de 18e februari terug naar Ameland. Een journalist ging met het konvooi mee naar het eiland. Opa Hendrik Hofker zakte door het ijs en liep een nat pak op. Hij overleed op 8 maart 1929 aan de gevolgen van de toen opgedane longontsteking.
1929 Op 19 februari gingen twee sleden met post naar het eiland. Een groep van ongeveer 10 personen stak over naar Holwerd. Van deze groep zakten enkele deelnemers door het ijs.
1929 Een Amelander echtpaar legde op 19 februari per ar een familiebezoek af in Holwerd.
1929 Op 19 februari werd de eerste autorit over waddenijs naar Ameland volbracht door Jan P. Heeringa en Lammert S. Brouwers uit Minnertsga. De heenreis duurde twee uur en de terugreis duurde 20 minuten.
1929 Op 19 februari mislukte de oversteek naar Ameland met een te zware Benz.
1929 Op 19 februari reed ook een motorrijder naar Ameland.
1929 Op 19 februari reed de heer Procee uit Hantum per motorfiets naar Ameland, een passagier ging mee. Op de terugreis zakten ze door het ijs. De berijders klommen uit het wak. M.b.v. een takel werd de volgende dag de motor geborgen.
1929 Op 19 februari reed ’s middags een auto naar de vaste wal.
1929 C. A. de Jong (1902-1974) stak meerdere keren vanaf Ameland over met een sleetje om boodschappen te halen.
1929 Antonius Aloysius (Theunis) Kiewiet (1910- ) van de Schorum te Nes bracht met acht mannen boter van de zuivelfabriek te Buren met vier sleden van Ameland naar de vaste wal. Foppe Jozef Kiewiet (1914-1995), een broer van Theunis, was aanwezig op deze overtocht. Hun achtjarige broer Jan (1921-2008) liep hen later, in opdracht van zijn ongeruste vader Willem Kiewiet (1881-1975), vanaf het eiland over het ijs tegemoet. Het was deze dag mistig.
1929 Op 19 februari werden goederen uit een vrachtauto van een veehandel uit Leeuwarden op het ijs voor Holwerd overgeladen op sleden.
1929 Voor 19 februari haalden enkele Amelanders met twee sleden proviand van de vaste wal.
1929 Op 19 februari reden een auto en een motorfiets van Ameland naar Holwerd.
1929 Op 19 februari haalden Amelanders met twee arren o.l.v. schipper Hendrik S. Hofker 600 pond margarine van de vaste wal. Ze vertrokken om 9.00 en waren om 16.00 terug in Nes.
1929 Op 19 februari zakte de slee van Jan Bloem (1882-1967) uit Nes door het ijs. De bedorven waren gingen terug naar de firma van der Werff in Dokkum, de schade bedroeg 70 gulden.
1929 Op 19 februari kantelde de slee van Jac. Wagenaar met passagiers, Wagenaar liep ernstige kneuzingen op aan een been.
1929 Op 19 februari reed een fietser in een wak, de fiets ging verloren.
1929 Een groot aantal fietsers liet de fiets op het ijs staan en ging te voet verder naar Ameland.
1929 Op 20 februari ging de journalist van de Leeuwarder Courant met H. Wagenaar per ar terug naar Holwerd, er gingen nog drie arren mee.
1929 Op 20 februari staken veel wandelaars en fietsers over naar het eiland. Het verzamelpunt was veelal hotel De Gouden Klok in Holwerd.
1929 Op 20 februari stak G. Bakker uit Leeuwarden over naar Ameland.
1929 Op 20 februari mislukte de oversteek van Klaas Klein (1859-1978) uit Ballum. Zijn paard zakte door het ijs van het Holwerdergat, de slee met nog drie passagiers bleef op het droge staan. Met de hulp van omstanders kregen ze het paard weer uit het gat.
1929 Op 20 februari werd de post per slee overgebracht.
1929 Op 20 februari raakte een auto tijdens de oversteek zo zwaar beschadigd dat het voertuig op Ameland achter bleef. Met twee paarden werd de auto naar het eiland gesleept.
1929 Op 21 februari zette bakensteker Oeke Metz (1886-1953) verder naar het oosten een veiliger route uit.
1929 Op 21 februari ging Th. Oostenburg uit Rijperkerk per arrenslee naar Ameland met de volgende personen: L. Bunt uit Rijperkerk en uit Leeuwarden J. Rauwerda, Adriaan Willem Jaarsma Sr. (1878-1957), Adriaan Willem Jaarsma Jr.(1902-1932), W. O. Reidsma, B. Bontekoe en Karel Bernard Strüppert (*1901).
1929 Op 21 februari stak de burgemeester van Kollumerland, Jacob Jan Woldringh (1876-1949), over met een groep.
1929 Op 21 februari werd de post met vier arrensleden van Holwerd gehaald.
1929 Nicolaas Bosch (*1894), landbouwer te Nes, stak per ar de Waddenzee over.
1929 Op 21 februari werd 4000 kilo kaas en boter van de zuivelfabriek te Hollum vervoerd naar de vaste wal.
1929 Op 21 februari reden drie auto’s, enkele sleden met veevoer, veel fietsers en voetgangers naar Ameland.
1929 Hotelier Gerrit Jacobs Visser (1882-1967) van De Zwaan in Hollum stak met zijn zoon Jacob (1911-1988) per auto over.
1929 Een groep van 30 lopers stak over naar Ameland om het wrak van de Malmö te zien. Het gezelschap liep dezelfde dag nog weer terug.
1929 Op 22 februari maakte de groep van Th. Oostenburg de terugtocht van Ameland naar de vaste wal.
1929 Op 22 februari staken nog 23 sleden over voor een retourtje Ameland. Daarnaast werd er ondermeer ook nog overgestoken met hondensleden.
1929 Op 22 februari staken vier heren uit Leeuwarden over met een ar bespannen met twee paarden. Een van de paarden trapte door het ijs.
1929 Op 23 februari mislukte de oversteek naar de vaste wal met twee sleden van de weduwe De Jong en met een slee van de heer Groenewoud. De drie sleden zakten door het ijs.
1929 Op 23 februari lukte de oversteek naar Holwerd aan drie mannen met twee sleden om inkopen te doen.
1929 Op 23 februari werd de post van Ameland lopend overgebracht. Zestien mannen liepen hen tegemoet met de post voor Ameland. Onder die zestien lopers was de heer Jan Ekkers, besteller bij de rijksveerdienst.
1929 Kleine groepjes staken met sleetjes over slecht geworden ijs over naar Holwerd om boodschappen te doen.
1929 Op 25 februari liepen 15 mannen met postbesteller Jan Ekkers naar Ameland om post over te brengen. Halverwege kwamen vijf sleden vanaf Ameland om de post over te nemen.
1929 Op 25 februari werd een retourtocht met twee arren vanaf Ameland gemaakt; beladen met waren keerden ze terug.
1929 Op 25 februari werd brandstof van de overkant gehaald.
1929 Op 25 februari reed een wielrijder in een wak, de fiets ging verloren.
1929 Op 27 februari werden wedstrijden met paarden en arren gehouden op het bevroren wad voor Holwerd.
1929 Op 27 februari staken H. M. Westenbrink, P. Oosterbaan en W. Pietersma, allen uit Franeker, over per auto.
1929 Op 27 februari bezochten 9 jonge mannen uit Lioessens te fiets Ameland.
1929 Op 27 februari staken drie inwoners van Ternaard, onder wie Jacob Braaksma en Jan Pieters de Graaf, per fiets over naar Ameland.
1929 Op 27 februari zakte een motorfiets onder Ameland door het ijs.
1929 Op 28 februari stak Bildtker J. K. Rienks met zijn neef J. S. Rienks in zijn Ford over naar Ameland. Beide mannen kwamen van St. Jacobiparochie.
1929 Op 28 februari staken Anne P. Anema uit Sint Annaparochie en E. de Vries uit Vrouwenparochie per Ford over naar Ameland.
1929 Op 28 februari stak J. H. Biersma met zijn Ford met G. van Slooten, beide mannen afkomstig uit Stiens, over naar Ameland.
1929 De drie Fords keerden van Ameland terug naar de vaste wal. In de auto van Anema ging op deze terugrit Saapke Dankert mee.
1929 Op 28 februari maakte fotograaf Strüpert uit Leeuwarden een foto van de Ford van Anema met passagiers toen hij onderweg was op het ijs onder Ameland.
1929 Op 28 februari staken enkele Bildtkers te voet over naar en van Ameland.
1929 Op 28 februari haalden Amelanders met zo’n 16 sleden en slepen goederen van de overkant.
1929 Eind februari werd de post per vrachtauto naar Ameland gebracht door postbesteller Jan Ekkers en zijn zoon Albert.
1929 Teunis Sipkes Kiewied (1890-1934) van de Kooiplaats ging vaak mee als gids met groepen Amelanders.
1929 Berend Visser van een groentewinkel annex café aan de Reeweg te Nes op Ameland zakte met zijn auto door het ijs. Door omstanders werd hij weer op weg geholpen.
1929 Op 3 maart ging het echtpaar H. Rijpstra uit Leeuwarden lopend over het slechter wordende ijs naar Ameland. Fietsers zakten soms door het ijs. Tijdens het volgende laagwater liep het echtpaar Rijpstra in de mist terug met 10 wadgidsen.
1929 Op 5 maart werd de post per slee en fiets naar Ameland gebracht.
1929 Op 7 maart gingen de laatste overlopers, H. de Boer van Nes en J. Kienstra van Buren, over slecht ijs naar Ameland.
1929 Op 8 maart overleed Hendrik Hofker (1858) aan een longontsteking; opgelopen nadat hij tijdens een tocht naar Ameland door het ijs zakte.

Bron: André Staal 2013 - 2023
Correcties en aanvullingen ? e-mail.

Meer historische wadlooptochten:

Ameland 1410 - 1929
Ameland 1930 - heden
Ameland-Engelsmanplaat
Borkum en Lütje Hörn
Engelsmanplaat
Hoge Wier
Horsbornzand
Juist en Memmert
Rif van Engelsmanplaat
Rottumeroog
Schiermonnikoog 1163 - 1929
Schiermonnikoog 1930 - heden
Schokland en de voormalige Zuiderzee
Simonszand
Terschelling
Texel-Vlieland
Sitemap met krantenartikelen, tochtverslagen e.d.